Jeugd Judoclub Lennik behaalt mooie resultaten op verschillende toernooien.
TIENEN / GENT
Op zondag 28 april 2019 trokken de pumi’s (pupillen U11 en miniemen U13) van Judoclub Lennik naar Tienen voor de 5e provinciale ontmoeting van Vlaams-Brabant. Wim Snauwaert (U21) en voormalig Belgisch jeugdkampioene Sofie Van de Putte (U18) trokken naar Gent voor het 6e Open Bekers judotoernooi. Het werd een mooi judoweekend voor de club uit Lennik.
6e Open Bekers Gent betekent nieuwe start voor Wim Snauwaert.
Dat Wim Snauwaert voor het eerst sinds lang weer op de wedstrijdmat stond, bleek bij het eerste gevecht waarbij hij snel het onderspit moest delven. Maar vanaf dan had hij de smaak te pakken. De volgende gevechten hield hij langer stand. Wim kon één gevecht winnend afsluiten en eindigde zo 3e in z’n poule.
Daarna was Sofie Van de Putte aan de beurt. Zij komt dit jaar voor het eerst in U18 uit. Twee maal winst en één verliespartij brachten haar in de finaleronde. Na een vrijstelling in het eerste gevecht, verloor ze haar kamp tegen de latere winnares van dit tornooi. Dit leverde haar een heel mooie derde plaats op.
Pupillen en miniemen verzamelen verschillende podiumplaatsen.
Met 10 op 18 gewonnen kampen tijdens de jeugdontmoeting in Tienen trekken de Lennikse kinderen de lijn van eerdere toernooien door. Vooral Sasja Azzabi blonk uit door al haar kampen zeer dominant te winnen. Lila Maréchal had het moeilijker in haar poule en werd 4e. Bij de jongens, die allen een sterke ranking hebben in Vlaams-Brabant, werden ook mooie resultaten neergezet. Zowel Noah Henssens als Tamim Azzabi en Pepijn Van Houdenhove wonnen op één na al hun kampen op overtuigende wijze. Zij werden gedeeld eerste of tweede van hun respectieve poule. Enrique Wijns die pas sinds dit jaar deelneemt aan toernooien won verdiend één van z’n drie kampen en bekleedde de 3e plaats in z’n poule.
Aspirant-initiator Sofie Van de Putte als wedstrijdcoach tussen de pupillen U11 van Judoclub Lennik (Sasja Azzabi, Lila Maréchal, Noah Henssens, Pepijn Van Houdenhove en Enrique Wijns)